dinsdag 13 november 2007

KOFFIE ES DRUHS!!!

Elke dinsdag- en woensdagochtend volg ik een les, tijdens de welke ik steeds meer inzicht krijg in de theorieën van de sociale psychologie. Helaas is het een les moleculaire biologie. De belangrijkste psychologische gebeurtenissen spelen zich dan ook voor de les en in de pauze af. Het begint met mijn aankomst. De les bestaat speciaal voor de mensen van het tweede jaar biotechnologie, een groep waar ik niet toe behoor. De enige persoon die ik ken is een andere erasmusstudent. Hij is tof, maar wanneer je een mopje maakt lacht hij eerst luid, waarna hij je laatste twee woorden mompelend herhaalt. Soms aan een snelheid van 7 keer per minuut (parallel aan de snelheid waarmee ik mopjes maak, hahaha). Dat kan dus tot irritatie leiden, maar er is geen alternatief, dus 'sta' ik bij hem. Soms voelt dat nogal zielig. Hij 'staat' daarboven bij enkele andere mensen. Het komt er dus op neer dat ik, de zieligste persoon, zwijgend bij de persoon sta die zwijgend bij andere personen staat. Des morgens kom ik toe en loop ik naar mijn groepje 'vrienden'. Het is er stil en ik kan niet tegen stiltes. Ik begin in mijn beste italiaans, dat nog ver onder het slechtste italiaans van een amerikaanse maffiosi met een spraakgebrek ligt, over het weer, over dat ik moe ben want ja, het is wel vroeg hé, en over koffie. Aaaah koffie, als die automaat er niet was geweest zouden plots alle gesprekken stilvallen. Omdat de link tussen koffie en het populairste gesprekonderwerp: moe zijn, nogal duidelijk is, voel ik me vaak genoodzaakt een bekertje koffie te drinken. Ik lust dat wel niet, maar hé, dat is dan weer voer voor een nieuw gesprek over de eet- en drinkgewoontes van mijn land. Die cafeïne in mijn lijf leidt wel tot een gigantisch placebo effect. Ik voel me het tweede deel van de les precies alsof ik speed gepakt heb, en ik vermoed dat de professor een beetje bang wordt van mijn griezelig wijd opengesperde ogen.

Na de les vlucht ik zo snel mogelijk weg. De andere erasmusstudent voert dan ongetwijfeld nog enkele interessante gesprekken over hoe de eerste trede van de trap van het auditorium iets hoger is dan de rest waardoor je valt wanneer je niet oplet. Wat is het toch met mensen die wetenschappen studeren dat hen zo oninteressant maakt. Bovendien is er ook niemand te vinden die werkelijk geïnteresseerd is in wat hij studeert. Wetenschap is een soort noodzakelijk kwaad dat niet vereenvoudigd mag worden door kritische studie, maar dat als een gigantische brok onsamenhangende brei in de kop gestampt moet worden. Het liefst ook via dezelfde zinsconstructies die de professor in de les gebruikte en die door iedereen letterlijk neergepend worden. Stel je voor dat je op het examen 'deeltje' zegt en dat het eigenlijk 'partikel' moest zijn...
Laat ik even nuanceren door te zeggen dat ik 4 mensen ontmoet heb in die les. Maar we weten allemaal dat een wetenschappelijke (!) studie bewezen heeft dat 98% van de ongenuanceerde indrukken compleet correct zijn.

Maar om nog even terug te komen op die sociale psychologie:
Door mijn beperkte taalkennis en het feit dat ik niet in die richting zit, bevind ik me daar in een positie die ik heel griezelig vind. Zeker als ik denk dat er mensen zo'n leven lijden (pun intended). Je zit voortdurend in je eigen hoofd. Je bent een eiland en de rest niet en je voelt ze kijken. Elke beweging die je maakt moet er één zijn die je bedoelde, alsof je compleet op je gemak bent en geen mensen nodig hebt om tegen te praten. Dan ga je even naar het toilet, en wanneer je terugkomt ga je naar een groep waar niemand je echt gemist heeft, je zoekt ergens een gat tussen twee mensen en gaat erachter staan in de hoop dat ze je aanwezigheid opmerken en een beetje opzij gaan. En dan maar wachten tot je iets van het gesprek verstaat, en hopen dat er ergens een stilte valt die lang genoeg duurt om er een mopje in te gooien. En dan de echo van je twee laatste woorden horen.

Geen opmerkingen: