De perfecte vrouw bestaat, maar ze loopt niet rond met een groot plakaat waarop staat 'perfecte vrouw', dat zou maar al te makkelijk zijn. Ten eerste is de perfecte vrouw geen één enkele entiteit, en het woord perfect is niet absoluut maar juist relatief aan wie het uitspreekt. De perfecte vrouw voor hem, jou en mij zijn 3 vrouwen en niet één.
Hoe ziet ze eruit? Is er een uiterlijke of innerlijke component die equivalent is aan dat groot plakaat. Is er een eenvoudige vuistregel, zoals 'de vrouw met 378 wimpers is jouw perfecte vrouw' waarmee je de straat opkan? En dan maar tellen.
Perfectie is helaas niet iets dat je passief tegenkomt, maar iets waar je actief aan moet werken, zoals Michelangelo die stukken van een blok marmer sloeg tot hij het perfecte beeld bekwam. Hij vond het beeld niet afgewerkt in een marmergroeve. Dat zou helemaal tegen de 2de wet van de thermodynamica ingaan, en dat deed Michelangelo al niet graag.
Wie voor het eerst een cocktail maakt kent de verhoudingen niet, wat kan leiden tot een te wilde of te rustige avond, naargelang de hoeveelheden. Ook onze perfecte vrouw is een cocktail met verhoudingen en we beschikken spijtig genoeg niet over het juiste recept. De enige manier waarop we haar ooit zullen vinden is, zoals een goede kok dat doet, proeven en bijsturen, trial & error. Het is een work in progress dat alleen bereikt kan worden door de eeuwige bijsturing van het heden. En uiteraard moet je ergens beginnen…
We beginnen vol overmoed en gieten ons glas halfvol met vodka alvorens zelfs maar aan fruitsap te denken. Dat was de geschiedenis van Sofie. Sofie was een avond zwaar drinken. In het begin gaat je nuchtere toestand al rap over in een complete roes die je feestend de nacht in stuurt. Maar langzaam wist de drank de wereld buiten jou en je cocktail uit, je wil meer, en je geniet ten volste, plots wil je andere smaken, maar die zijn er niet vanavond in den twieoo, dus je drinkt door. En dan ga je erover. Hoe kon het ook anders, je had nog nooit cocktails gedronken. Terwijl je erover gaat neem je nog enkele teugen, om dan tijdens de naar kots en bier stinkende ochtend te besluiten nuchter te worden en alleen naar huis te strompelen. Mijn geschiedenis met Sofie was hevig, hevig als die avond. Achteraf gezien zat er waarschijnlijk te veel alcohol in de cocktail die Sofie was, maar op het moment zelf werkt dat zo bedwelmend en verslavend dat zelfs je vrienden je niet kunnen overtuigen dat je al zat genoeg bent.
Maar de nacht verdwijnt en de ochtend komt en je denkt aan de dingen die je verkeerd gedaan hebt. Je bent ziek en besluit een tijdje van de alcohol te blijven.
Weken later is die avond niet meer dan een mentale herinnering zonder lichamelijke invloeden. Een herinnering die in een volstrekt rationele, nuchtere redenering in rekening gebracht kan worden. Het is de eerste zin van ons cocktailrecept: "Pas op met de hoevelheid alcohol".
Met mijn eerste vuistregel op zak poogde ik voor een tweede keer. Ik kwam Marlies tegen. Marlies was een bodempje alcohol met veel fruitsap. Ik dronk maar proefde slechts af en toe die bittere smaak waar ik achteraf gezien toch naar op zoek was. Tijdens het drinken ben je blij met dat glaasje fruitsap. Het houdt je fris genoeg om politieke debatten te voeren met je vrienden en daar draait het leven op dat moment ook om. Toch denk je al eens met heimwee terug aan die avond van decadentie. Je rationele zelf negeert de wil van je irrationele zelf om keihard tegen het asfalt van de overpoortstraat gesmakt te worden. Dat is volgens de wetten van de logica dan ook helemaal niet aangenaam. En hoe kan een leven geleid worden zonder te gehoorzamen aan de wetten van de logica. Ze zeggen, diezelfde wetten, dat het verstandig is om door te gaan, blijf bij Marlies, maar na vele glazen met slechts enkele zatte momenten van passie, die kiezelsteentjes waren in vergelijking met de rots der passie van die ene nacht, besluit je toch dat je recept uitbereidingen nodig heeft.
50% is te veel, 10% is te weinig.
U vraagt zich misschien af hoe ver ik deze metafoor kan doortrekken, en ik met u. Er volgden nog avonden met andere cocktails. Anne, iets teveel ijs, heel koud. Bij Anke dronk ik met een rietje, heel voorzichtig, té voorzichtig en bij Lisa met grote gulpen. Ik moest me dus niet enkel scholen in de kunst van het cocktails maken, of beter gezegd, in het vinden van de beste combinaties, maar ook in de zwaar onderschatte kunst van het drinken. Of het een plezante avond zou worden of niet hing dus niet enkel af van de combinatie maar ook van mezelf, wat een vreemde ontdekking!
Je moet dozeren, af en toe eens ad fundum drinken maar op het juiste moment, als het moeilijk wordt even uitrusten, je glas langs de kant zetten, maar toch opletten dat niemand het steelt of erin pist. Als je echt van zo'n avond wil genieten drink je beter niet elke avond. Dat kan ook niet met cocktails, enkel met bier, en er bestaat enkel cara binnen onze metafoor. "Kies liever elke week een cocktail boven elke dag een cara", was één van de zinnen van mijn recept.
Het work in progress is per definitie nog niet af, hoewel ik ongetwijfeld zal beweren van wel tijdens een avond drinken. Nu, in een nuchter en eenzaam moment kan ik proberen het onafgewerkte recept op te schrijven:
Benodigdheden:
• Alcohol, vodka
• Fruitsap, liefst multivruchtensap van minute maid
• IJs
• Een schijfje citroen en een schijfje appelsien
Recept (zij):
Pas op met de hoevelheid alcohol. Giet vodka in een groot glas, vul ongeveer 25% van het glas.
Voeg fruitsap toe, laat beiden zich vermengen tot een mooi geheel van passie en rationaliteit.
Voeg wat ijs toe, maar niet teveel.
Plaats de appelsien- en citroenschijfje tegenover elkaar, probeer geen van de twee te verliezen tijden het drinken.
Het drinken (ik):
Geniet ervan. Drink niet te rap te veel, want dan is het zo voorbij. Drink niet te traag te weinig, want dan proef je nooit echt. Varieer in drinksnelheid en -hoeveelheid. Drink nooit wanneer je al te zat bent, dat kan tot verslaving leiden en dat heeft niets met genieten te maken.
Kies liever elke week een cocktail boven elke dag een cara.
Vertel nooit aan je meisje dat je een relatie vergelijkt met een avond drinken...
maandag 24 maart 2008
Slecht nieuws
Aaaaaaaaaaaaaa Ipod kapot.
Voor het eerst in mijn leven had ik tastbaar geluk gevonden. Tastbaar in die zin dat je weet wanneer je het bezit. Ik vond het eerder moeilijk om dingen als vriendschap, liefde of artistieke erkenning in mijn broekzak te steken. Die Ipod ging niet alleen moeiteloos in mijn zak, er bleef zelfs nog genoeg plaats over voor mijn sleutels. En ja, Freddy bracht geluk. Freddy is de naam van de Ipod, die had ik uitgevonden in de hoop dat het apparaat zich geapprecieerd zou voelen en bijgevolg zou blijven werken. Maar het mocht niet zijn.
Uiterlijk lijkt er niets aan de hand. Ik zie nog steeds good old Freddy, die op moeilijke momenten perfect wist welk liedje te kiezen om me beter te doen voelen. Op zomerdagen die uitpuilden van verwachtingen verraste hij me keer op keer met 'Summer's here' van Magnus of 'I like birds' van Eels. In rustige nachten begeleidde hij mij met Stan Getz en Norah Jones huiswaarts. Bij tegenwind gaf hij me moed met ska-p en Freddy wist maar al te goed dat ik 'Martha' van Tom Waits heerlijk vond op melancholische momenten. Enfin, ik geef toe dat er in bepaalde mate intelligent design van playlists bij kwam kijken, waarbij ik mijn eigen humeur inschatte en Freddy gebruikte om dat humeur in de juiste muziek te vertalen. Misschien heb ik meer aan mezelf te danken dan ik dacht. Maar nu hij er niet meer is en ik zonder hem probeer te vertalen apprecieer ik pas echt de rol die hij 3 jaar lang gespeeld heeft. De solo van 'don't look back in anger' klinkt niet hetzelfde uit mijn eigen mond. Ik geef zelfs ridderlijk toe dat Koen Wauters 'Domino' duizend maal beter zingt dan ik ooit zal doen. En via Freddy kon ik dan ook naar Koen Wauters luisteren zonder het gehele gewicht van die man op mijn fiets mee te sleuren. Nu moet ik die bagagedrager één keer in de week repareren, ik krijg er platte banden van. Dat is voor niemand leuk, en zeker niet voor Koen.
Voor het eerst in mijn leven had ik tastbaar geluk gevonden. Tastbaar in die zin dat je weet wanneer je het bezit. Ik vond het eerder moeilijk om dingen als vriendschap, liefde of artistieke erkenning in mijn broekzak te steken. Die Ipod ging niet alleen moeiteloos in mijn zak, er bleef zelfs nog genoeg plaats over voor mijn sleutels. En ja, Freddy bracht geluk. Freddy is de naam van de Ipod, die had ik uitgevonden in de hoop dat het apparaat zich geapprecieerd zou voelen en bijgevolg zou blijven werken. Maar het mocht niet zijn.
Uiterlijk lijkt er niets aan de hand. Ik zie nog steeds good old Freddy, die op moeilijke momenten perfect wist welk liedje te kiezen om me beter te doen voelen. Op zomerdagen die uitpuilden van verwachtingen verraste hij me keer op keer met 'Summer's here' van Magnus of 'I like birds' van Eels. In rustige nachten begeleidde hij mij met Stan Getz en Norah Jones huiswaarts. Bij tegenwind gaf hij me moed met ska-p en Freddy wist maar al te goed dat ik 'Martha' van Tom Waits heerlijk vond op melancholische momenten. Enfin, ik geef toe dat er in bepaalde mate intelligent design van playlists bij kwam kijken, waarbij ik mijn eigen humeur inschatte en Freddy gebruikte om dat humeur in de juiste muziek te vertalen. Misschien heb ik meer aan mezelf te danken dan ik dacht. Maar nu hij er niet meer is en ik zonder hem probeer te vertalen apprecieer ik pas echt de rol die hij 3 jaar lang gespeeld heeft. De solo van 'don't look back in anger' klinkt niet hetzelfde uit mijn eigen mond. Ik geef zelfs ridderlijk toe dat Koen Wauters 'Domino' duizend maal beter zingt dan ik ooit zal doen. En via Freddy kon ik dan ook naar Koen Wauters luisteren zonder het gehele gewicht van die man op mijn fiets mee te sleuren. Nu moet ik die bagagedrager één keer in de week repareren, ik krijg er platte banden van. Dat is voor niemand leuk, en zeker niet voor Koen.
Abonneren op:
Posts (Atom)