zaterdag 7 november 2009

(500) Days of Summer

Ik moet eerlijk zeggen, ik verwacht niet meer onder de indruk te zijn van romantische komedies. Ik geloof ondertussen dat ik het hele spectrum van mogelijke liefdesgeschiedenissen wel ken. In dit geval: man die schijnbaar vrede genomen heeft met de grijsheid van het bestaan ontmoet impulsieve, mooie, prettig gestoorde vrouw die zijn leven verandert. Hier zijn de rollen die het cliché voorschrijft wel deels omgedraaid.
Onze man, Tom Hansen (Joseph Gordon-Levitt), is degene die nooit gestopt is in ware liefde te geloven. Het is een geloof dat vorm kreeg via films als The Graduate en via Beatlesliedjes, want die durfden af en toe wel eens over de liefde gaan. Hij werkt dan ook voor een bedrijf dat greeting cards bedenkt. Mevrouw, Summer Finn (Zooey Deschanel), heeft een meer pragmatische kijk op zaak en weigert gevoelens en menselijke relaties in hokjes te steken. Er is enkel de 'ik' van het nu, die niets afweet van de gevoelens van die andere persoon die morgenvroeg wakker wordt.

Tot hier toe volgt alles de wetten van de romantische komedie. Maar hier is meer aan de hand. Een hele hoop slimme observaties, gecombineerd met een subtiel gevoel voor humor dat verstandig (en niet te veel) gebruikt wordt liet deze prent mijn stoutste verwachtingen overstijgen.
De scène waarin onze held gelukkig over straat paradeert en danst na zijn eerste nacht met Summer lijkt eerst met de grens tussen het realistische en het belachelijke te flirten, maar overschreidt die grens vervolgens zo ver, dat het een hilarisch resultaat oplevert.
Dan is er de scène waarin duidelijk is dat zij uit elkaar wil gaan, terwijl hij wanhopig de overduidelijke signalen negeert om haar toch maar niet te moeten verliezen. Deze en enkele andere scènes betreden nog niet helemaal platgetrede paden, ze staan dichter bij de realiteit dan de gemiddelde scène uit een gemiddelde romantische komedie. Dat laatste punt is dan ook de moraal van de hele film. Greeting cards zijn de woorden van een ander om uit te drukken wat je voelt, films tonen onze fantasieën over relaties, niet hoe de realiteit in elkaar zit en Beatlesliedjes verkleuteren alles wat met liefde te maken heeft.

Naast het inhoudelijke is de film ook visueel erg sterk. Er wordt gespeeld met allerlei technieken die het verhaal heel goed ondersteunen. Zo is er een perfect uitgevoerde split-screen, er wordt ook van animatie gebruik gemaakt en elke scène wordt voorafgegaan door een teller die van 0 tot 500 gaat en die de kijker helpt zich te oriënteren in de tijd. Dat laatste is erg handig aangezien er vreemde sprongen gemaakt worden. Toch blijft alles overzichtelijk en interessant tot het einde.
De laatste scène vond ik persoonlijk paradoxaal. In de film wordt een speech afgestoken tegen de oversimplificatie van liefde in films en tegen het gegarandeerde happy end. Deze film komt niet in het lijstje terecht van films die hij zelf bekritiseert, maar het scheelt toch niet veel en dat hoefde voor mij niet. Verder is (500) days of summer een must voor iedereen die graag eens verliefd wordt.

zaterdag 10 oktober 2009

Over de zaligheid der helaasheid der dingen

De Helaasheid der Dingen is één van de films die al in geschiedenisboeken terecht was gekomen voordat het grote publiek er ook maar iets van gezien had. Hij wordt nu reeds de hemel in geprezen en wordt bovendien onze inzending van de oscars, in de plaats van de meest populaire Vlaamse film aller tijden, Loft.
Het zou natuurlijk leuk zijn voor filmrecencenten om zo'n film, tegen alle verwachtingen in neer te schieten. Een val is des te pijnlijker van op de hoogste verdieping.
Helaas! De hoogste verdieping is nog te laag voor dit meesterwerk. Het verhaal kennen we allemaal, aangezien we allen het boek gelezen hebben. Gunther Strobbe groeit op in het dorp Reetveerdegem, alwaar zijn beïnvloedbare jonge geest over en weer wordt geslingerd tussen zijn drinkende, dansende, roepende, kakkende en neukende nonkels aan de ene kant, en zijn de school als deur naar een grotere wereld aan de andere kant.
De decadentie die door Dimitri Verhulst prachtig werd beschreven is schijnbaar moeiteloos vertaald naar het witte doek. Voor de befaamde Vlaamse kleinburgerlijkheid hoeft dus al niet gevreesd te worden. Voor ieder wat wils: piemels, tetten, kots, huiselijk geweld en seks voor wie van beelden houdt. Voor wie het meer op audiovlak zoekt zijn er scheetgeluiden en zinnen als: "laat mij kakken" en "mijn pruim is nat".

Het zien van deze film, in combinatie met een les dramaliteratuur later die dag, brachten me tot enkele overpeinzingen. Toen het postmodernisme half jaren 70 ontstond als reactie op het ongebrijdelde optimisme van de moderniteit, werden aan de 'hogere kunst' ook 'volksere elementen' toegevoegd. Er was immers geen basis meer waarop men kon steunen om te beweren dat de levensstijl van de rijken de beste was. De persvertoning die ik bijwoonde leek me het summum van deze evolutie. Een zaal vol high society: journalisten, studenten en prominenten die buldert van het lachen wanneer er iemand een scheet laat. Tegelijk wordt waarschijnlijk wel vergeten hoe autobiografisch dit verhaal is. Maar ja, Dimitri Verhulst hoort ondertussen zelf bij ons elitaire clubje en kan duchtig meelachen met die bende marginalen. Haha prot.

Misschien wordt tijdens het lachen wel vergeten hoe mooi de dubbelzinnigheid van Gunther's bestaan in beeld wordt gebracht. Geen Darth Vader in dit verhaal, enkel een man die het beste voor heeft met zijn zoon, maar nog niet voor zichzelf kan zorgen. Een verhaal van mensen die gezellig in een heel kleine wereld wonen, maar een hel voor wie de grenzen van die wereld wil overschrijden.

zondag 17 mei 2009

Trek het je niet aan

In de 17de eeuw werkte Newton zijn gravitatiewet uit. Simpel uitgedrukt houdt deze wet in dat alle objecten in het universum een kracht op elkaar uitoefenen. Deze kracht hangt af van de massa van deze twee objecten en van de afstand die hen van elkaar scheidt. Zoals we allen geleerd hebben op de schoolbanken, bevat het universum heel erg veel objecten: planeten, sterren, bergen, schoolbanken, mensen, koffiezetapparaten, zeewieren en teenkazen. Dit lijstje kan ongetwijfeld aangevuld worden met andere voorbeelden – ik denk aan grindstenen, portoglazen en vensterbanken – maar ik wil jullie niet te lang lastigvallen met de technische kant van de zaak.

De gravitatiewet kon verklaren waarom de aarde rond de zon blijft draaien, waarom Australiërs niet in de lucht vallen, waarom de zeeën eb en vloed kennen en vooral waarom dikke mensen minder hoog kunnen springen. In een theoretische ruimte met slechts twee objecten is het makkelijk de krachten te berekenen, namelijk de universele gravitatieconstante maal massa1 maal massa2 gedeeld door het kwadraat van de afstand tussen de twee. Zo kan je voorspellen hoe een tweesterrensysteem zich zal gedragen als je over deze gegevens beschikt. Problemen ontstaan echter wanneer we een derde ster toevoegen. Een drie- of meersterrenstelsel is wat wij een chaotisch systeem noemen. We kunnen niet voorspellen hoe de verschillende objecten elkaar zullen beïnvloeden. Dat zegt niets over de wereld, maar enkel iets over onze tekortkomingen. Wij mensen zijn te klein en onze newtoniaanse wetenschap te beperkt om zo’n systeem – dat nochtans helemaal deterministisch in elkaar zit – te beschrijven. Sommige processen zijn gewoon te complex. Het weer is nog zo’n voorbeeld. We hebben allemaal al eens gehoord dat het geflap van een vlinder een orkaan kan veroorzaken aan de andere kant van de wereld. Sindsdien ben ik trouwens vlinders beginnen vermoorden.

Ik zie echter nog een andere analogie, met een psychologisch fenomeen: mensen met irritant sterke persoonlijkheden die een mening hebben over alles, laten we ze voor het gemak Roemenen noemen. Plaats drie of meer Roemenen in eenzelfde omgeving en je krijgt met een chaotisch systeem te maken: een drieroemenenstelsel. Een klein verschil in initiële omstandigheden kan ervoor zorgen dat roemeen1 een aliantie sluit met roemeen3 tegen roemeen2 omdat die laatste tegen roemeen4 gezegd heeft dat roemeen3 te veel roddelt. Roemenen trekken elkaar aan en stoten elkaar af onder invloed van andere roemenen. Gemeenschappelijke vijanden leiden tot alianties, allianties worden onvermijdelijk gebroken om aanleiding te geven tot nieuwe allianties, gesteund op gedeelde haat. Het leidt tot een enorm complex, chaotisch en vooral irritant systeem van door elkaar bewegende mensen die het ene moment hypocriet vriendelijk zijn tegen elkaar en het volgende moment handelen alsof de ander niet bestaat. Kutroemenen!

Ik betwijfel echter, mijn beste Isaac Newton (ik richt me nu even specifiek tot jou), dat we de wetenschap naar nieuwe ongekende hoogtes zullen voeren door de massa’s van een hoop roemenen te gaan berekenen. Ik denk – en meneer Einstein heeft me daar al openlijk in beaamd – dat jouw universele gravitatiewet iets té simpel is. Maar laat dat geen reden zijn om op te geven. Zo lang je je best doet, kan je niets verweten worden. Om het met een gravitatiemopje te zeggen: trek het je niet aan!

zondag 10 mei 2009

Losse gedachten

Wat als scheten een grotere cohesiekracht hadden? Dan zouden we op straat lopen en plots de scheet ruiken die een voorbijganger de dag ervoor had gelaten. We zouden mechanismen evolueren om scheten te linken aan gezichten en we zouden de geur aangenaam leren vinden. Wat als scheten een grotere cohesiekracht hadden?

***

Facebook is een uitvinding van de chinezen om ervoor te zorgen dat niemand in het Westen nog werkt. Dat veroorzaakt een economische crisis en zal uiteindelijk leiden tot Chinese wereldhegemonie.

***

Wat betreft academisch taalgebruik dient een kanttekening gemaakt te worden. Hoewel de lengte van de zin niet ten koste dient te gaan van de inhoud, is het sporadisch voorkomen van een bijzin een conditio sine qua non posso scribere in thesis nos habere servus. Zo kan een gedachtestreepje – dat door moderne technologieën automatisch langer wordt na het ingeven van de spatie – hulp bieden om organisatie te introduceren in die veelheid aan woorden, die bovendien een hoge mate van complexiteit bevatten. Een academische paper dient dan ook aan deze voorwaarden te voldoen, motje.

***

Er vindt een proces van co-evolutie plaats tussen de snelheid van de vlieg en onze oog-hand-vliegenmepper-coördinatie. De vlieg die niet snel genoeg is sterft, waardoor de snelle overleven en snelle nakomelingen maken. De mens die de vlieg die iedereen irriteert niet kan doodslaan verliest zijn status en vermindert zijn kansen op voortplanting, waardoor ook de genen van de trage vliegenmoordenaar verloren gaan in de evolutionaire afvalput. Zowel vliegen als mensen worden dus sneller. Hoera!

***

Is ons heelal een minideeltje van een minideeltje dat een secondelang aanwezig is op een haartje van de vacht van een lama in ander, veel groter heelal dat op zijn beurt deel uitmaakt van een nog groter geheel? Of is het eerder een kameel?

***

Ik zou graag 1000 jaar worden en iedereen die daarop antwoordt "pff, ik zou mij wel beginnen vervelen ze" is duidelijk nog nooit naar Disneyland geweest.

***


Random filosofische bespiegeling met onverwachte humoristische wending op het einde.

dinsdag 5 mei 2009

De Kunstmarkt

Films maken. Een redelijk pretentieus plan, me dunkt. Die 's' vooral, dat meervoud, 'films'.
Niet één magnum opus, maar vele verschillende werkjes. De ene is nog maar net klaar en je moet al met een andere bezig zijn. Het publiek heeft namelijk een afschuwelijk korte aandachtsspanne. En film is een vluchtig medium in het menselijk brein. Het beklijft niet zoals een boek dat kan, het plakt minder aan je maag en laat over het algemeen ook je andere organen met rust. Bovendien bestaat het groepje films dat door de gemiddelde mens een tweede keer wordt bekeken uit een gepriviligeerd aantal. Dat gepriviligeerd aantal bevat dan nog een elite van films die beter worden bij elke herhaling. Een lijstje, dan ben ik cool by association:


• Fight club
• Amélie poulain
• Dr. Strangelove
• Oh brother where art thou
• Eternal sunshine of a spotless mind
• The Shawshank Redemption
• Pulp Fiction


Is het niet zo'n lijst waartoe je moet proberen behoren? Is het niet de bedoeling dat de mensen hun handelen en denken aanpassen in functie van wat jij gemaakt hebt? Dat ze door jouw verzonnen zinnen gebruiken en ze op hun lichaam laten tatoeëren? Is het niet de bedoeling dat ze boeken schrijven waarin ze elke seconde van je werk analyseren om te weten wat je juiste bedoelingen waren?
Of neem je genoegen met de functie van vluchtig entertainment? Is het voldoende dat je de mensen voor heel even kan doen vergeten dat er een wereld bestaat buiten de cinémazaal? Of is het voldoende dat je ze even doet stilstaan bij evidenties tijdens de rit naar huis? Wanneer ze thuiskomen blijkt toch dat de draad van hun dagelijks leven aan de voordeur op ze lag te wachten.En wat is de functie van een kunstenaar bovendien in tijden van crisis? In het beste geval kan hij mensen die wél over lef en daadkracht beschikken, aanzetten om de wereld te veranderen. In het slechtste geval creëert hij nieuwe kunstenaars, ofte concurrentie op de markt van de kunst. Dat is een gigantisch plein vol kraampjes waarin je vanalles naar het hoofd gesmeten wordt:
"Hier mevrouw, verhalen met hoofdpersonages waarmee je je kan identificeren, maar 7.99 euro per kilo."
"Kom dat zien, lelijke, goedkope kunstwerken van bekende kunstenaars waarmee je kan stoefen tegen je gasten."
"Genietbare films met onconventionele eindes, toon je vrienden dat je anders bent."
"Koop de nieuwe mainstream-hollywood-collection 'Die Hard 5: Die Hardest', 'Rambo 7', 'Ocean's 22', 'The Return of the Revenge of the Mummy 3' en 'Indiana Jones in space'."
"35 uur lange fotoreportage van mijn twaalfvingerige darm. Kunst is wat kunst genoemd wordt, allé meneer, halve prijs omdat u het bent."

En daar dan tussen gaan staan en hopen dat je luid genoeg kan schreeuwen.

woensdag 15 april 2009

Nieuwe blogpost

Het is ongeveer 3 maand geleden. Vandaag moet en zal er geschreven worden! En u zal lezen!

Er lag een drol voor mijn deur. Ik slaagde er nog relatief goed in het ding te negeren in de hoop dat het probleem zichzelf zou oplossen of door iemand anders opgelost zou worden. Dat laatste lag echter niet voor de hand. De andere 4 mensen die de deur en de daar voor liggende vierkante meter met trots de hunne kunnen noemen deelden blijkbaar mijn hoop. Het is verbazend hoe rap je geconditioneerd kan worden. Toen de drol door een onschuldige voorbijganger over willekeurige plekken op het hele voetpad uitgesmeerd werd leerde ik zelfs om mijn fiets op te heffen elke keer ik toekwam, een actie waarop ik mezelf, nu de hele nachtmerrie voorbij is, nog steeds betrap. Het doet me stilstaan, zoals dat waarschijnlijk bij iedereen zou gebeuren, bij de neurologische plasticiteit van onze hersenen. Het stuk brein dat actief wordt bij het zien van mijn voordeur legt langzaam linken met het stuk brein dat actief wordt wanneer ik in een dampende drol trap en uiteraard veroorzaakt dat laatste op zijn beurt gevoelens van walging en oplettendheid om die walging te vermijden. Door het steeds opnieuw samen zien van de deur en de drol worden de linken sterker en sterker, tot het het hele boeltje volkomen automatisch verloopt. Ik zie voordeur, hef fiets op, trappel op de tippen van mijn tenen door het slagveld en ga binnen. Dit mechanisme zorgt ervoor dat wij mensen ons zowat kunnen aanpassen aan alle mogelijke omstandigheden. Tegelijk is dat mechanisme ook een excuus voor luiheid. Dat hele vermoeiende conditioneringsproces was nooit nodig geweest als iemand de volwassenheid had gehad om een plastic zakje te nemen en 10 seconden van walging te doorstaan. Zo ver zijn we blijkbaar nog niet geëvolueerd. Uiteindelijk is alles weggespoeld door de regen. Moraal van het verhaal: zelfs een drol voor je deur kan via neuronen leiden tot een blogpost.

maandag 19 januari 2009

Samen in een kano

Een hoer en een kiwi zitten in een kano. Zegt de één tegen de ander:
H: Fernando?
K: mm
H: Zie je mij nog graag?
K: mm
H: Waarom zeg je altijd zo weinig? Je antwoordt amper om mijn vraag. Wat denk dat ik dan moet denken? Het is toch niet zo moeilijk, er zijn geen duizend antwoordmogelijkheden. Er liggen er alleszins maar twee voor de hand, Fernando, ja of neen…
K: (zucht) Waarom zo moeilijk doen, het is toch niet zo dat ik weiger te ontkennen dat ik je niet meer graag zie?
H: Ja voila, en dan nemen we natuurlijk de uitweg van de vierdubbele ontkenning. Zo ken ik je Fernando. Ik herinner me een tijd waarin ik dat grappig vond, maar toen waren we nog jong. Onze kano bevond zich nog dichtbij de bron van de rivier. Je kon er toen nog niet zo makkelijk uit springen. Maar nu we alle watervallen en stroomversnellingen voorbij zijn en we in dit meer terechtgekomen zijn ligt enkel het doelloos ronddobberen nog voor ons. Ik vraag je of je zo'n eeuwigheid met mij ziet zitten en het enige antwoord dat je kan bedenken is natuurlijk weer prachtig van vorm, maar inhoudloos. Ik vraag me dan af of je al die achtergehouden inhoud opspaart voor iemand anders, Fernando…
K: Anita…
H: Neen Fernando, neen. Ik wil niet meer horen dat het tegendeel van de ontkenning van het tegengestelde van jouw haat voor mij minstens zo diep is als het omgekeerde van een zeer ondiepe put. Dat is betekenisloze spielerij. Wat ik wil horen zijn 4 woorden, geen 56, vier!
K: Daarjuist zei ik te weinig en nu zeg ik plots te veel. Je moet weten wat je wil hé Anita!
H: (begint te huilen) …. Ik weet perfect wat ik wil Fernando. Ik wil jou! De vraag is of jij mij nog wil, en hoe langer je je antwoord uitstelt, hoe meer ik ervan overtuigd geraak dat je wil springen. Je wil het water in duiken, op zoek naar een andere kano, of misschien wil je gewoon zwemmen, dat weet ik niet. Als je maar weg kan hier!
K: Neen, Anita, dat is niet waar, het is gewoon …
H: Wat dan? Wat is het, want ik ga je niet tegenhouden hoor. Spring maar! Ik kan het wel alleen. Ik ben verdomme niet 5 weken lang naar de computerles geweest om heel mijn leven afhankelijk te kunnen zijn van iemand die me niet graag ziet! Ik wil een antwoord Fernando, ik wil het nu… Hou je nog van mij?
(stilte)
K: Maar Anita …
H: Ja Fernando …
K: Ik ben een kiwi