donderdag 11 februari 2010

Here's looking at you, kid.

Gisteren bezocht ik een lezing in de reeks 'anatomie van de film'. De les ging over kostumering en dan vooral over de rol van vrouw en hoe ze gerepresenteerd wordt in de film noir. Na een gezonde dosis feministische filosofie - meer dan een doordeweekse woensdagavond kan verdragen - stond er echter een film op het programma, Double Indemnity, een protoypische film noir van Billy Wilder uit 1944. Het was de tweede keer op korte tijd dat ik deze film bekeek en ik moet zeggen dat ik nu nog meer overtuigd ben van de genialiteit van deze prent. Verlangen we niet allemaal naar een tijd waarin we vrouwen 'sweetheart' kunnen noemen en met een simpele 'get a beer, will ya' op onze wenken bediend kunnen worden. De rest van de dag spenderen we gewoon aan witty comebacks bedenken op alle mogelijke vragen, aan het dragen van veel te hoog opgetrokken broeken en aan sigaretten roken, de volgende uiteraard aanstekend met de voorgaande. Het geeft me altijd dat gevoel dat Woody Allen zo mooi beschrijft in Play it again, Sam. We willen allemaal Humphrey Bogart zijn.

"Nee, baby, bij mij blijven is gevaarlijk, ik ben een scumbag, ik weet dat je gevoel het tegenovergestelde wil maar ik kan me niet veroorloven te voelen, dat is voor priesters en astrologen. Ik ben een man van de harde feiten en de harde feiten dicteren dat je bij Julien hoort, hij is degene met toekomst en geluk in zijn achterzak. In mijn achterzak zal je enkel gin en sigaretten vinden."

Jammer dat alles zo bekakt klinkt in het Nederlands. En ook jammer dat ik me duizend keer meer identificeer met Allan uit Play it again, Sam dan met Rick uit Casablanca. Maar de realiteit is dat we allemaal losers zijn op zoek naar dat ene glansrijke Bogart-moment, en dan maar hopen dat we het niet verpesten door een luide scheet te laten.

Geen opmerkingen: